Handboek voor de gebruiker
Types 8141, 8142, 8145
Types 8420, 8421, 8426
Handboek voor de gebruiker
Types 8141, 8142, 8145
Types 8420, 8421, 8426
Opmerking
Lees eerst ???Belangrijke veiligheidsinformatie??? op pagina v en Bijlage D, ???Kennisgevingen???, op pagina 43.
Eerste uitgave (april 2004)
?? Copyright IBM Corp. 2004.
iv Handboek voor de gebruiker
Belangrijke veiligheidsinformatie
Deze informatie helpt u uw IBM personal computer veilig te gebruiken. Volg alle bij uw computer geleverde instructies en bewaar alle documentatie. De informatie in dit document vormt op geen enkele manier een wijziging van de voorwaarden in de koopovereenkomst of de IBM Garantieverklaring.
IBM hecht groot belang aan de veiligheid van de klant. Onze producten worden ontworpen met het oog op veiligheid en effectiviteit. Personal computers zijn ech- ter elektronische apparaten. Netsnoeren, voedingsadapters en andere onderdelen kunnen een veiligheidsrisico opleveren dat, met name bij onjuist gebruik en mis- bruik, kan leiden tot schade en lichamelijk letsel. Om deze risico???s te verkleinen, dient u de bij het product geleverde instructies te volgen, zich te houden aan alle waarschuwingen op het product zelf en in de bedieningsinstructies, en de informa- tie in dit document zorgvuldig te lezen. Door de in dit document opgenomen informatie en de bij het product geleverde instructies nauwkeurig op te volgen, beschermt u zichzelf tegen gevaren en maakt u de werkomgeving van de computer een stuk veiliger.
Opmerking: In deze informatie wordt gewag gemaakt van voedingsadapters en batterijen. IBM levert externe voedingsadapters niet alleen bij mobiele personal computers, maar ook bij bepaalde andere producten (zoals luidsprekers en beeld- schermen). Als u een dergelijk product in bezit hebt, is deze informatie ook daarop van toepassing. Bovendien kunnen er in uw computer interne batterijen ter grootte van een munt (???knoopcellen???) zijn verwerkt, waarmee de systeemklok in stand wordt gehouden wanneer de stekker niet in het stopcontact zit. De veiligheidsvoor- schriften voor batterijen gelden dus voor alle computers.
Situaties waarin onmiddellijk handelen vereist is
Door misbruik of achteloosheid kunnen producten beschadigd raken. Bepaalde schade aan producten is z?? ernstig dat het product niet meer mag worden gebruikt voordat het is ge??nspecteerd en, indien nodig, gerepareerd door een geautoriseerde onderhoudstechnicus.
Net als bij andere elektronische producten dient u goed op het product te letten wanneer u het aanzet. In zeer uitzonderlijke gevallen kan het zijn dat u een geur waarneemt of rook danwel vonkjes uit de machine ziet komen. Het kan ook zijn dat u een ploppend, krakend of sissend geluid hoort. Dit kan erop wij- zen dat een van de interne elektronische componenten op een gecontroleerde manier defect is geraakt. Het kan echter ook een indicatie zijn van een mogelijk gevaarlijke situatie. Neem in dergelijke gevallen nooit risico???s en probeer niet zelf een diagnose te stellen.
Controleer de computer en haar componenten regelmatig op schade, slijtage of andere tekenen van gevaar. Mocht u twijfels hebben over de conditie van een bepaalde component, gebruik het product dan niet. Neem contact op met het IBM Support Center of met de fabrikant van het product. U krijgt dan te horen hoe u het product kunt inspecteren en, indien nodig, kunt laten repareren.
In het onwaarschijnlijke geval dat een van de onderstaande omstandigheden zich voordoet of als u twijfelt aan de veiligheid van het product, stopt u het
gebruik van het product, haalt u de stekker uit het stopcontact en ontkoppelt u de telefoonkabels. Neem voor verdere instructies contact op met het IBM Sup- port Center.
vGebarsten, gebroken of anderszins beschadigde netsnoeren, stekkers, voedings- adapters, verlengsnoeren, piekspanningsbeveiligingen of voedingseenheden.
vAanwijzingen voor oververhitting, rook, vonken, vuur.
vSchade aan een batterij (zoals barsten of deuken), spontane ontlading of lekkage uit de batterij (herkenbaar aan vreemde stoffen).
vEen krakend, sissend of knallend geluid of een sterke geur afkomstig uit het product.
vAanwijzingen dat er vloeistof is gemorst of dat er iets op de computer, het net- snoer of de voedingsadapter is gevallen.
vDe computer, het netsnoer of de voedingsadapter is blootgesteld aan water.
vHet product is gevallen of op welke manier dan ook beschadigd.
vHet product werkt niet normaal als u de bedieningsinstructies volgt.
Opmerking: Als u een van deze situaties opmerkt bij een
Algemene veiligheidsrichtlijnen
Neem altijd de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om de kans op letsel of schade te verkleinen:
Onderhoud
Probeer niet zelf onderhoud aan het product uit te voeren, tenzij u hiertoe instruc- ties hebt gekregen van het IBM Support Center. Doe alleen een beroep op service- leveranciers die door IBM zijn geautoriseerd om reparaties uit te voeren aan uw specifieke product.
Opmerking: Bepaalde onderdelen kunnen door de klant zelf worden vervangen. Dergelijke onderdelen worden Customer Replaceable Units of CRU???s genoemd. Indien er sprake is van een CRU en de klant een onderdeel dus zelf kan vervan- gen, wordt dit expliciet aangegeven en wordt er documentatie met instructies ver- strekt. U dient zich bij het uitvoeren van dergelijke reparaties of vervangingen strikt aan de instructies te houden. Zorg altijd dat het product uit staat en dat de stekker van het product uit het stopcontact is gehaald v????rdat u met de vervangingsprocedure begint. Bij vragen neemt u contact op met het IBM Support Center.
Netsnoeren en voedingsadapters
Gebruik uitsluitend netsnoeren en voedingsadapters die door de fabrikant van het product zijn geleverd.
Wikkel het netsnoer nooit rond de voedingsadapter of enig ander voorwerp. Hier- door kan er een mechanische spanning op het snoer komen te staan, waardoor het kan rafelen of scheuren. Dit kan gevaar opleveren.
Leid netsnoeren altijd zodanig dat ze niet in de knel zitten en dat niemand erop kan trappen of erover kan struikelen.
vi Handboek voor de gebruiker
Voorkom dat het snoer en de voedingsadapter in aanraking komen met vloeistof. Laat een snoer of een voedingsadapter nooit achter in de buurt van een gootsteen, een bad of douche, een toilet of vloeren die met vloeibare schoonmaakmiddelen worden gereinigd. Vloeistoffen kunnen kortsluiting veroorzaken, met name als het netsnoer of de voedingsadapter slijtage vertoont ten gevolge van verkeerd gebruik. Bovendien kan vloeistof corrosie van de stekkers en/of aansluitpunten veroorza- ken, hetgeen uiteindelijk kan leiden tot oververhitting.
Sluit de netsnoeren en signaalkabels altijd in de juiste volgorde aan en zorg dat de stekkers altijd stevig in het stopcontact zitten.
Gebruik geen voedingsadapter waarvan de pennetjes op de stekker sporen van roest of corrosie vertonen of waarvan de behuizing zichtbaar oververhit is geweest.
Maak nooit gebruik van een netsnoer waarvan de contactpunten sporen van roest, corrosie of oververhitting vertonen of waarvan het snoer of de stekker op welke manier dan ook beschadigd is.
Verlengsnoeren en aanverwante apparaten
Controleer of elk verlengsnoer, elke piekspanningsbeveiliging, elke noodvoeding en elke verdeelstekker die u gebruikt, bestand is tegen de elektrische eisen van het product. Overbelast deze apparaten nooit. Als u een verdeelstekker gebruikt, mag de belasting niet hoger zijn dan de invoerspecificatie van die stekker. Mocht u vra- gen hebben over (over)belasting, elektrische eisen en invoerspecificaties, neem dan contact op met een elektricien.
Stekkers en aansluitingen
Als het stopcontact waarop u de computerapparatuur wilt aansluiten beschadigd of verroest blijkt te zijn, gebruik het dan niet tot een gekwalificeerde elektricien het heeft vervangen.
Verbuig of verander de stekker niet. Als de stekker beschadigd is, bestel dan een vervangend exemplaar bij de fabrikant.
Bepaalde producten worden geleverd met een stekker met randaarde. Deze stekker past alleen in een geaard stopcontact. Dit is en veiligheidsvoorziening. Sluit de stekker niet aan op een stopcontact zonder aarde. Voorkom overbelasting van het stopcontact. De totale systeembelasting mag niet hoger zijn dan 80 procent van de specificatie van de groep. Mocht u vragen hebben over (over)belasting of specifica- ties van groepen, neem dan contact op met een elektricien.
Zorg dat het netsnoer dat u gebruikt, correct bedraad is, goed bereikbaar is en zich in de buurt van de apparatuur bevindt. Zorg dat het snoer niet helemaal strak staat; hierdoor kan het slijten.
Wees voorzichtig als u de stekker in het stopcontact steekt of daar uit haalt.
Batterijen
Alle IBM personal computers bevatten een
Probeer nooit de batterij open te maken of te repareren. Zorg dat de batterij niet gedeukt of doorboord wordt en niet in contact komt met open vuur. Voorkom kortsluiting van de metalen contactpunten. Stel de batterij niet bloot aan water of andere vloeistoffen. Laad de batterij uitsluitend op volgens de instructies in de productdocumentatie.
Door misbruik of onoordeelkundig gebruik kan de batterij oververhit raken, waar- door er gassen of vonken uit de batterij of knoopcel kunnen komen. Als uw batterij beschadig is of als u merkt dat de batterij spontaan leegloopt of dat er zich vreemd materiaal rond de contactpunten van de batterij afzet, staak het gebruik van de batterij dan onmiddellijk en bestel een nieuwe bij de fabrikant.
Als batterijen lange tijd ongebruikt worden gelaten, kan de kwaliteit ervan teruglo- pen. Bij bepaalde oplaadbare batterijen (met name
Warmte en ventilatie van het product
Computers produceren warmte als ze aan staan en als de batterijen worden opge- laden. Door hun compacte formaat kunnen
vHoud de computer niet te lang op schoot als de computer in bedrijf is of de bat- terij wordt opgeladen. Tijdens de normale werking produceert de computer enige warmte. Langdurig contact met uw lichaam of kleding kan ongemak en zelfs brandwonden veroorzaken.
vGebruik de computer niet en laad de batterijen niet op in de buurt van licht ont- vlambare of explosieve materialen.
vVentilatieopeningen, ventilatoren en/of koelribben maken deel uit van het pro- duct omwille van de veiligheid, het comfort en een betrouwbare werking. Deze voorzieningen kunnen per ongeluk geblokkeerd raken als u het product op een bed, zitbank, vloerkleed of andere zachte ondergrond plaatst. Zorg dat deze voorzieningen nooit worden geblokkeerd of uitgeschakeld.
Veiligheid van CD- en
In CD- en
vBewaar
vBewaar
vHaal
vZorg dat
vControleer v????r gebruik steeds of de
viii Handboek voor de gebruiker
Aanvullende veiligheidsvoorschriften
GEVAAR
Elektrische stroom van
Houd u ter voorkoming van een schok aan het volgende:
vSluit tijdens onweer geen kabels aan en ontkoppel ze niet; voer ook geen
vSluit alle netsnoeren aan op correct bedrade, geaarde stopcontacten.
vSluit ook het netsnoer van alle apparaten die op dit product worden aangeslo- ten aan op een correct geaard stopcontact.
vGebruik indien mogelijk slechts ????n hand bij het aansluiten en loskoppelen van signaalkabels.
vZet een apparaat nooit aan als dit
vOntkoppel alle netsnoeren, telecommunicatiesystemen, netwerken en modems voordat u de kap van het apparaat opent, tenzij de installatie- of configuratie- instructies expliciet anders voorschrijven.
vAls u dit product of een aangesloten apparaat installeert, verplaatst of opent, houd u dan bij het aansluiten en loskoppelen van de kabels aan het volgende:
DANGER
Le courant ??lectrique provenant de l???alimentation, du t??l??phone et des c??bles de transmission peut pr??senter un danger.
Pour ??viter tout risque de choc ??lectrique :
vNe manipulez aucun c??ble et n???effectuez aucune op??ration d???installation, d???entretien ou de reconfiguration de ce produit au cours d???un orage.
vBranchez tous les cordons d???alimentation sur un socle de prise de courant correctement c??bl?? et mis ?? la terre.
vBranchez sur des socles de prise de courant correctement c??bl??s tout ??quipe- ment connect?? ?? ce produit.
vLorsque cela est possible, n???utilisez qu???une seule main pour connecter ou d??connecter les c??bles d???interface.;
vNe mettez jamais un ??quipement sous tension en cas d???incendie ou d???inondation, ou en pr??sence de dommages mat??riels.
vAvant de retirer les carters de l???unit??, mettez
vLorsque vous installez, que vous d??placez, ou que vous manipulez le pr??sent produit ou des p??riph??riques qui lui sont raccord??s,
Kennisgeving lithiumbatterij
Let op!
Als de batterij op onjuiste wijze wordt vervangen, bestaat er explosiegevaar.
Gebruik ter vervanging alleen
Houd u aan het volgende:
vGooi de batterij niet in water
vVerwarm de batterij niet boven 100??C
vHaal de batterij niet uit elkaar
Gooi de batterij niet zomaar weg, maar breng deze naar een vergaarplaats voor klein chemisch afval.
ATTENTION
Danger d???explosion en cas de remplacement incorrect de la batterie.
Remplacer uniquement par une batterie IBM de type ou d???un type ??quivalent recommand?? par le fabricant. La batterie contient du lithium et peut exploser en cas de mauvaise utilisation, de mauvaise manipulation ou de mise au rebut inap- propri??e.
Ne pas :
vLancer ou plonger dans l???eau
vChauffer ?? plus de 100??C (212??F)
vR??parer ou d??sassembler
Mettre au rebut les batteries usag??es conform??ment aux r??glements locaux.
Veiligheidsvoorschriften voor de modem
Neem ter voorkoming van brand, elektrische schokken of verwondingen bij het gebruik van telefonische apparatuur altijd de volgende voorzorgsmaatregelen in acht:
v Installeer geen telefoonbedrading tijdens onweer.
x Handboek voor de gebruiker
vInstalleer geen telefoonaansluitingen in natte ruimtes tenzij de aansluiting spe- ciaal ontworpen is voor gebruik in natte ruimtes.
vRaak geen telefoonkabels of
vWees voorzichtig bij het installeren of doortrekken van telefoonlijnen.
vGebruik de telefoon niet tijdens onweer, tenzij u een draadloos model hebt. Er bestaat een kleine kans op een elektrische schok als gevolg van blikseminslag.
vGeef gaslekken in de buurt van de telefoon niet telefonisch door.
Consignes de s??curit?? relatives au modem
Lors de l???utilisation de votre mat??riel t??l??phonique, il est important de respecter les consignes
vN???installez jamais de cordons t??l??phoniques durant un orage.
vLes prises t??l??phoniques ne doivent pas ??tre install??es dans des endroits humides, except?? si le mod??le a ??t?? con??u ?? cet effet.
vNe touchez jamais un cordon t??l??phonique ou un terminal non isol?? avant que la ligne ait ??t?? d??connect??e du r??seau t??l??phonique.
vSoyez toujours prudent lorsque vous proc??dez ?? l???installation ou ?? la modification de lignes t??l??phoniques.
vSi vous devez t??l??phoner pendant un orage, pour ??viter tout risque de choc ??lectrique, utilisez toujours un t??l??phone sans fil.
vEn cas de fuite de gaz, n???utilisez jamais un t??l??phone situ?? ?? proximit?? de la fuite.
Verklaring van conformiteit met laserrichtlijnen
Sommige IBM
Let bij het installeren van een
Let op!
Het wijzigen van instellingen of het uitvoeren van procedures anders dan hier is beschreven, kan leiden tot blootstelling aan gevaarlijke straling.
Als u de behuizing van het
Sommige
GEVAAR
Laserstraling indien geopend. Kijk niet in de laserstraal en vermijd direct contact met de laserstraal.
DANGER:
Certains mod??les d???ordinateurs personnels sont ??quip??s d???origine d???une unit?? de
Lorsqu???une unit?? de
ATTENTION: Pour ??viter tout risque d???exposition au rayon laser, respectez les consignes de r??glage et d???utilisation des commandes, ainsi que les proc??dures d??crites.
L???ouverture de l???unit?? de
Certaines unit??s de
DANGER
Rayonnement laser lorsque le carter est ouvert. ??vitez toute exposition directe des yeux au rayon laser. ??vitez de regarder fixement le faisceau ou de l???observer ?? l???aide d???instruments optiques.
xii Handboek voor de gebruiker
Overzicht
Hartelijk gefeliciteerd met uw aanschaf van een
Door hardwareopties te installeren, kunt u de mogelijkheden van de computer een- voudig uitbreiden. In deze publicatie vindt u instructies voor het installeren van externe en interne opties. Raadpleeg bij het installeren van een optie zowel deze instructies als de instructies die bij de optie zijn geleverd.
Informatiebronnen
Het Naslagboekje dat bij de computer is geleverd, bevat informatie over het installe- ren van de computer en het starten van het besturingssysteem. Dit boekje bevat ook informatie over het oplossen van de meest voorkomende problemen, herstel- procedures voor software, hulp, service en garantie.
Raadpleeg Access IBM (op het bureaublad) voor nadere informatie over uw com- puter.
Als u toegang hebt tot internet, kunt u hier de meest recente handboeken voor uw computer bekijken. Deze vindt u op:
http://www.ibm.com/pc/support
Voer uw machinetype en
xiv Handboek voor de gebruiker
Hoofdstuk 1. Opties installeren
Dit hoofdstuk bevat een inleiding over de voorzieningen en opties die voor de computer beschikbaar zijn. De mogelijkheden van uw computer zijn gemakkelijk uit te breiden. U kunt geheugen, stations en adapters toevoegen. Raadpleeg bij het installeren van een optie zowel deze instructies als de instructies die bij de optie zijn geleverd.
Belangrijk
Lees voordat u een optie installeert of verwijdert eerst ???Belangrijke veiligheidsinformatie??? op pagina v. Deze voorzorgsmaatregelen en richtlijnen zorgen dat u veilig kunt werken.
Kenmerken
In dit gedeelte vindt u een overzicht van de voorzieningen en de vooraf ge??nstal- leerde software.
Systeemgegevens
De volgende informatie is van toepassing op een aantal modellen. In de IBM Setup Utility vindt u informatie over uw specifieke model. Zie Hoofdstuk 2, ???Het programma IBM BIOS Setup gebruiken???, op pagina 27.
Microprocessor (verschilt per model)
vIntel?? Pentium?? 4 processor met HyperThreading Technology
vIntel Pentium 4 processor
vIntel Celeron?? processor
vInterne cache (grootte afhankelijk van modeltype)
Geheugen
vOndersteuning voor voor DDR (double data rate) DIMM???s (dual inline memory modules)
v512 kB flashgeheugen voor systeemprogramma???s
Interne stations
v
vSATA (Serial Advanced Technology Attachment) intern
vEIDE
Videosubsysteem
vGe??ntegreerde grafische controller voor een
vPCI Express (x16) grafische aansluiting op de systeemplaat
Audiosubsysteem
vAC???97 met ADI 1981B Audio Codec
vLijningang en lijnuitgang op het achterpaneel
vMicrofoon- en hoofdtelefoonaansluitingen op het voorpaneel
Connectiviteit
v10/100/1000 Mbps ge??ntegreerde Broadcom
vPCI V.90 Data/Faxmodem (sommige modellen)
Voorzieningen voor systeembeheer
vRPL (Remote Program Load) en DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol)
vWake on LAN
vWake on Ring (in het programma IBM BIOS Setup heet deze voorziening Serial Port Ring Detect voor een externe modem)
vBeheer op afstand
vOpstartvolgorde bij automatisch opstarten
vSystem Management (SM) BIOS en software
vMogelijkheid tot het opslaan van de resultaten van de zelftest bij opstarten (POST)
v
vTwee
vAcht
v
vAansluiting voor
v
v
vTwee
vTweer
vIEEE
Uitbreidingsmogelijkheden
v Vier stationsvakken
2 Handboek voor de gebruiker
vTwee
vE??n PCI Express (x1) adaptersleuf
vE??n PCI Express (x16) sleuf voor een grafische kaart
Voeding
v310 W voedingseenheid met handmatige voltageschakelaar
vAutomatische instelling invoerfrequentie (50/60 Hz)
vAdvanced Power Management
vOndersteuning voor ACPI (Advanced Configuration and Power Interface)
Beveiligingsvoorzieningen
vGebruikerswachtwoord en configuratiewachtwoord
vGebruikers- en beheerderswachtwoord voor het
vMogelijkheid voor gebruik van een hangslot
vMogelijkheid tot het toevoegen van een ge??ntegreerd kabelslot
vAanwezigheidsschakelaar voor kap
vInstelbare opstartvolgorde
vOpstarten zonder diskettestation, toetsenbord of muis
vWerkstand Onbewaakt starten
vDiskette- en
v
vBeveiligingsprofielen per apparaat
Door IBM vooraf ge??nstalleerde software
Uw computer wordt mogelijk geleverd met een set vooraf ge??nstalleerde software. Deze bestaat uit een besturingssysteem, stuurprogramma???s voor de ingebouwde voorzieningen en overige ondersteunende software.
Besturingssystemen (vooraf ge??nstalleerd) (varieert per modeltype)
Opmerking: Deze besturingssystemen zijn niet in alle landen beschikbaar.
vMicrosoft Windows XP Home
vMicrosoft Windows XP Professional
Gecertificeerde of geteste besturingssystemen1
Linux
1.De besturingssystemen die hier staan genoemd, worden op het moment dat deze publicatie ter perse gaat, onderworpen aan een compatibiliteitstest of
Hoofdstuk 1. Opties installeren 3
Specificaties
In dit gedeelte vindt u de fysieke specificaties van uw computer.
Afmetingen
Hoogte: 146 mm
Breedte: 442 mm
Diepte: 401 mm
Gewicht
Minimumconfiguratie bij levering: 24 kg
Maximumconfiguratie: 31 kg
Omgevingsvoorwaarden
Luchttemperatuur:
Systeem aan: 10??C tot 35??C
Systeem uit: 10??C tot 43??C
Maximumhoogte: 2134 m
Opmerking: De maximumhoogte van 2134 m is de maximumhoogte waarbij de opgegeven lucht- temperatuur van toepassing is. Wanneer deze hoogte wordt overschreden, moet de lucht- temperatuur lager zijn dan de opgegeven tempera- tuur.
Luchtvochtigheid:
Systeem aan: 8% tot 80%
Systeem uit: 8% tot 80%
Elektrische invoer
Invoerspanning:
Laag:
Minimum: 90 V
Maximum: 180 V
Invoerfrequentie:
Instelling voltageschakelaar: 115 V
Hoog:
Minimum: 137 V
Maximum: 265 V
Invoerfrequentie:
Instelling voltageschakelaar: 230 V
Opgenomen vermogen (bij benadering):
Minimumconfiguratie bij levering: 0,09 kWatt
Maximumconfiguratie: 0,32 kWatt
Opmerking: Stroomverbruik en
Minimumconfiguratie: 75 Watt
Maximumconfiguratie: 310 Watt
Luchtverplaatsing
Maximaal ongeveer 1,13 kubieke meter per minuut
Geluidsniveau
Gemiddelde geluidsproductie:
Op de werkplek (0,5 meter):
Niet actief: 33 dBA
In bedrijf: 35 dBA
Op ????n 1 meter:
Niet actief: 29 dBA
In bedrijf: 31 dBA
Gedeclareerde geluidslimiet:
Niet actief: 4,3 bel
In bedrijf: 4,4 bel
Opmerking: Het geluidsniveau werd vastgesteld in een gecontroleerde omgeving volgens de procedures van American National Standards Institute (ANSI)
S12.10 en ISO 7779 en voldoet aan ISO 9296. De werkelijke geluidsniveaus kunnen de hier genoemde waarden overtreffen als gevolg van reflecterend geluid en andere geluidsbronnen. Het gedeclareerde geluidsniveau is een limiet; bij de meeste computers blijft het geluidsniveau onder deze waarde.
4 Handboek voor de gebruiker
Beschikbare opties
Enkele beschikbare opties:
vExterne opties
???Parallelle apparaten, zoals printers en externe stations
???Seri??le apparaten, zoals externe modems en digitale camera???s
???Audioapparatuur, zoals externe luidsprekers voor het geluidssysteem
???
???Beveiligingsopties, zoals een hangslot of een kabelslot
???Beeldschermen
vInterne opties
???Systeem geheugen, ook DIMM???s (dual
???
???PCI Express (x1) adapter
???PCI Express (x16) grafische kaart
???Interne stations, zoals:
-CD- of DVD- station (bepaalde modellen)
-
-Diskettestations en anderestations voor verwisselbare media
Op de volgende webpagina???s vindt u de meest recente informatie over de beschik- bare opties:
vhttp://www.ibm.com/pc/us/options/
vhttp://www.ibm.com/pc/support/
U kunt ook een van de volgende telefoonnummers bellen:
vIn de Verenigde Staten belt u
vIn Canada belt u
vIn alle overige landen neemt u contact op met uw
Benodigd gereedschap
Als u bepaalde opties in de computer wilt installeren, hebt u een schroevendraaier nodig. Bij een aantal opties is hiervoor ook nog ander gereedschap vereist. Raad- pleeg de instructies bij de optie.
Omgaan met apparaten die gevoelig zijn voor statische elektriciteit
Statische elektriciteit is ongevaarlijk voor uzelf, maar kan de computeronderdelen en de opties zwaar beschadigen.
Als u een optie installeert, maak de antistatische verpakking ervan dan nooit open voordat de installatieaanwijzingen u hiertoe opdracht geven.
Neem bij het omgaan met opties en computeronderdelen de volgende voorzorgs- maatregelen in acht om schade door statische elektriciteit te voorkomen:
vBeweeg zo min mogelijk. Door beweging kan er statische elektriciteit ontstaan.
vGa voorzichtig met de onderdelen om. Pak adapters en geheugenmodules bij de randen vast. Raak nooit onbeschermde elektronische componenten aan.
Hoofdstuk 1. Opties installeren 5
vZorg dat ook anderen de componenten niet aanraken.
vWanneer u een nieuwe optie installeert, houd dan de antistatische verpakking met de optie minstens 2 seconden tegen een metalen afdekplaatje van een uitbreidingssleuf of een ander ongeverfd metalen oppervlak op de computer. Hiermee vermindert u de statische lading van de verpakking en van uw lichaam.
vInstalleer zo mogelijk de optie direct in de computer zonder deze neer te leggen. Als u de optie neer moet leggen nadat u hem uit de verpakking hebt gehaald, leg hem dan op de antistatische verpakking op een vlakke ondergrond.
vLeg de optie niet op de kap van de computer of op een metalen oppervlak.
6 Handboek voor de gebruiker
Externe opties installeren
In dit gedeelte worden de externe aansluitingen van de computer beschreven. Hierop kunt u externe opties aansluiten, zoals externe luidsprekers, een printer of een scanner. Voor sommige externe opties moet u aanvullende software installeren. Als u een externe optie installeert, kunt u in dit gedeelte zien welke aansluiting u moet gebruiken. Met behulp van de instructies die bij het externe apparaat zijn geleverd, kunt u dat apparaat vervolgens aansluiten en de vereiste software of stuurprogramma???s installeren.
De plaats van de aansluitingen aan de voorkant van de com- puter
In onderstaande afbeelding ziet u waar de aansluitingen zich aan de voorkant van de computer bevinden.
Opmerking: Niet alle computermodellen beschikken over de volgende aansluitin- gen.
1
3
9
4
Hoofdstuk 1. Opties installeren 7
De plaats van de aansluitingen aan de achterkant van de com- puter
In onderstaande afbeelding ziet u waar de aansluitingen zich aan de achterkant van de computer bevinden.
Opmerking: Sommige aansluitingen op de achterkant van de computer zijn voor- zien van een kleurcode. Dit vergemakkelijkt de aansluiting van de kabels.
8 Handboek voor de gebruiker
Stuurprogramma???s
U kunt stuurprogramma???s voor besturingssystemen die niet vooraf ge??nstalleerd zijn, vinden op http://www.ibm.com/pc/support/ op internet.
Hoofdstuk 1. Opties installeren 9
De kap verwijderen
Belangrijk:
Lees eerst ???Belangrijke veiligheidsinformatie??? op pagina v en ???Omgaan met apparaten die gevoelig zijn voor statische elektriciteit??? op pagina 5 voordat u de kap verwijdert.
U verwijdert de kap als volgt:
1.Sluit het besturingssysteem af, verwijder eventueel aanwezige media (diskettes, CD???s of banden) uit de stations en schakel alle aangesloten apparaten en de computer uit.
2.Haal alle stekkers uit het stopcontact.
3.Ontkoppel alle kabels die op de computer zijn aangesloten. Dit geldt voor net- snoeren,
4.Druk op de knoppen aan de zijkanten van de computer en kantel de achter- zijde van de kap omhoog en naar de voorzijde van de computer.
10 Handboek voor de gebruiker
De plaats van componenten
In onderstaande afbeelding kunt u zien waar de verschillende onderdelen zich bevinden.
Onderdelen van de systeemplaat
De systeemplaat, ook wel het moederbord genoemd, is de hoofdprintplaat in de computer. De systeemplaat zorgt voor de uitvoering van alle basisfuncties en ondersteunt daarnaast een verscheidenheid aan apparaten. Dit geldt zowel voor apparaten die vooraf in de fabriek zijn ge??nstalleerd als voor apparaten die u op een later tijdstip zelf installeert.
Hoofdstuk 1. Opties installeren 11
In de onderstaande afbeelding ziet u de plaats van de onderdelen op de systeem- plaat.
1 12V voedingsaansluiting 2 Aansluiting diskettestation 3 Luidsprekeraansluiting
4
6
8 Jumper voor Wissen CMOS/Herstel 9 Aansluiting voorpaneel
10PATA
13SATA
15Aansluiting voor aanwezigheids- schakelaar kap 16Voedingsaansluiting
17PCI Express (x16) sleuf voor grafische kaart
18PCI Express (x1) sleuf 19
23Aansluiting microprocessorventilator 24Koelelement microprocessor
Geheugen installeren
De computer beschikt over vier aansluitingen waarin u DIMM???s (dual inline memory modules) kunt plaatsen, waardoor u het systeemgeheugen kunt uitbreiden tot maximaal 4 GB.
Het systeemgeheugen is verdeeld over twee kanalen (A en B).
12 Handboek voor de gebruiker
De computer werkt met ofwel DDR- (double data rate), ofwel
1.Verwijder de kap. Zie ???De kap verwijderen??? op pagina 10.
2.Kijk waar de
v Als de twee
vAls de twee
Opmerking: Welk type geheugen u moet gebruiken, staat in de vorm van tekst aangegeven in de buurt van het
U installeert een DIMM als volgt:
1.Verwijder de kap. Zie ???De kap verwijderen??? op pagina 10.
2.Mogelijk moet u eerst een adapter verwijderen voordat u bij de
3.Draai de stationhouder omhoog om bij de systeemplaat te kunnen.
4.Voor de plaats van de
Hoofdstuk 1. Opties installeren 13
5. Open de klemmetjes.
6.Zorg dat de uitsparingen in de DIMM op ????n lijn liggen met de nokjes op de aansluiting. Duw de DIMM voorzichtig naar beneden tot de klemmetjes vast- klikken.
Volgende stappen:
vAls u met een andere optie wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte.
vAls u de installatie wilt voltooien, gaat u naar ???De kap terugplaatsen en de kabels aansluiten??? op pagina 26.
Adapters installeren
In dit gedeelte leest u hoe u adapters kunt installeren of verwijderen. De computer heeft twee uitbreidingssleuf voor
U installeert als volgt een adapter:
1. Verwijder de kap. Zie ???De kap verwijderen??? op pagina 10.
14 Handboek voor de gebruiker
2. Draai de stationhouder omhoog om bij de systeemplaat te kunnen.
3.Open de klem voor de afdekplaatjes en verwijder het afdekplaatje van de gewenste kaartsleuf.
4.Haal de adapter uit de antistatische verpakking.
5.Installeer de adapter in de juiste sleuf op de systeemplaat.
Hoofdstuk 1. Opties installeren 15
6. Sluit de klem voor de afdekplaatjes.
Volgende stappen:
vAls u met een andere optie wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte.
vAls u de installatie wilt voltooien, gaat u naar ???De kap terugplaatsen en de kabels aansluiten??? op pagina 26.
Interne stations installeren
In deze paragraaf leest u hoe u interne stations kunt installeren of verwijderen.
Interne stations zijn apparaten waarmee de computer gegevens leest en opslaat. U kunt extra stations in de computer installeren om de opslagcapaciteit uit te breiden of om de computer geschikt te maken voor het lezen van andere typen media. De volgende typen stations zijn beschikbaar:
vSATA (Serial Advanced Technology Attachment)
vParallelle ATA
v
vBandstations
vStations voor verwisselbare media
Opmerking: Deze andere stations worden ook wel
Interne stations worden ge??nstalleerd in vakken. In dit boek wordt gesproken van vak 1, vak 2 enzovoort.
Wanneer u een intern station installeert, moet u er goed op letten of het vak dat u daarvoor wilt gebruiken geschikt is voor het desbetreffende type en formaat sta- tion. Zorg ook dat de interne stationskabels goed worden aangesloten op het ge??nstalleerde station.
16 Handboek voor de gebruiker
Stationsspecificaties
De computer wordt geleverd met de volgende door IBM ge??nstalleerde stations:
vEen
vEen CD- of
vEen
Alle vakken waarin geen station is ge??nstalleerd, zijn bedekt met een metalen plaatje en een kunststof afdekplaatje.
In onderstaande afbeelding ziet u waar de stationsvakken zich bevinden.
Hieronder ziet u een overzicht van de stations die u in de vakken kunt installeren:
Opmerkingen:
1.Stations die hoger zijn dan 43 cm kunnen niet worden ge??nstalleerd.
2.Installeer verwisselbare media (banden of CD???s) in een van buitenaf bereikbaar vak (vak 2 of 3).
Een station installeren
U kunt als volgt een intern station installeren:
1.Verwijder de kap. Zie ???De kap verwijderen??? op pagina 10.
2.Als de computer een CD- of
Hoofdstuk 1. Opties installeren 17
3.Als het station dat u installeert, is bedoeld voor een verwisselbaar medium, verwijdert u het afdekplaatje van het vak in de frontplaat.
4.Verwijder vervolgens het metalen plaatje van het stationsvak door het met een schroevendraaier voorzichtig los te wrikken.
5.Zorg dat het station dat u installeert juist is ingesteld als master- dan wel slave- apparaat.
Opmerking: Een serieel ATA
v Als het station het eerste CD- of
vAls het station een extra CD- of
vAls het station een extra parallel of ATA
Raadpleeg voor informatie over de
6. Installeer een beugel aan de zijkant van het station.
18 Handboek voor de gebruiker
7. Schuif het station in het vak totdat het op zijn plaats vastklikt.
8.Voor een
v Voor een parallel ATA
vVoor een serieel ATA
De stappen voor het aansluiten van een station zijn verschillend per type aan te sluiten station. Gebruik een van de volgende procedures voor het aansluiten van het station.
Aansluiten van het eerste CD- of
1.Zoek de signaalkabel met drie stekkers die is meegeleverd met de computer of het nieuwe station.
2.Zoek de PATA
3.Sluit het ene uiteinde van de signaalkabel aan op het station en sluit het andere uiteinde aan op de PATA
Hoofdstuk 1. Opties installeren 19
4.De computer heeft extra voedingsaansluitingen voor aanvullende stations. Ver- bind een voedingsaansluiting met het station.
Een extra
1.Zoek de PATA
2.Sluit de extra stekker van de signaalkabel aan op het nieuwe station.
3.De computer heeft extra voedingsaansluitingen voor aanvullende stations. Ver- bind een voedingsaansluiting met het station.
Een serieel
Een serieel
1.Zorg dat u de bij het nieuwe station geleverde signaalkabel bij de hand hebt.
2.Zoek een beschikbare
3.Sluit het ene uiteinde van de signaalkabel aan op het station en sluit het andere uiteinde aan op een beschikbare
4.De computer heeft extra voedingsaansluitingen voor aanvullende stations. Ver- bind een voedingsaansluiting met het station.
Volgende stappen
vAls u met een andere optie wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte.
vAls u de installatie wilt voltooien, gaat u naar ???De kap terugplaatsen en de kabels aansluiten??? op pagina 26.
Installatie van beveiligingsvoorzieningen.
Om diefstal en onbevoegd gebruik van de computer te voorkomen, kunt u gebruik maken van diverse beveiligingssloten. In de volgende gedeelten ziet u welke typen sloten beschikbaar zijn voor uw computer en hoe u ze kunt installeren. Naast het aanbrengen van sloten kunt u onbevoegd gebruik van software voorkomen door het toetsenbord met software te vergrendelen totdat een correct wachtwoord wordt getypt.
Zorg dat de beveiligingskabels die u aanbrengt geen verbindingen van computer- kabels onderbreken.
20 Handboek voor de gebruiker
Beveiligingssloten
In onderstaande afbeelding ziet u waar de beveiligingssloten aan de achterkant van de computer zich precies bevinden.
1 Oog voor hangslot 2 Ge??ntegreerd kabelslot
Hoofdstuk 1. Opties installeren 21
Oog voor hangslot
De computer is uitgerust met een oog voor een hangslot. Met een dergelijk slot kan worden voorkomen dat de kap wordt verwijderd.
22 Handboek voor de gebruiker
Ge??ntegreerd kabelslot
Met een ge??ntegreerd kabelslot (ook wel
Wachtwoorden
Om onbevoegd gebruik van de computer te verhinderen, kunt u met het pro- gramma IBM Setup Utility een wachtwoord instellen. Zie ???Wachtwoorden??? op pagina 27.
Volgende stappen:
vAls u met een andere optie wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte.
vAls u de installatie wilt voltooien, gaat u naar ???De kap terugplaatsen en de kabels aansluiten??? op pagina 26.
Hoofdstuk 1. Opties installeren 23
De batterij vervangen
De computer heeft een speciaal geheugen voor de datum, de tijd en de instellingen voor de ingebouwde voorzieningen, zoals configuratie van de parallelle poort. Door middel van een batterij blijft deze informatie ook bewaard nadat u de com- puter hebt uitgezet.
Normaliter hoeft u geen aandacht te besteden aan de batterij en hoeft u deze ook niet op te laden. Een batterij gaat echter niet eeuwig mee. Als de batterij leeg raakt, gaan de datum, tijd en configuratiegegevens (waaronder ook de wachtwoorden) verloren. Er verschijnt dan een foutmelding wanneer u de computer aanzet.
Raadpleeg ???Kennisgeving lithiumbatterij??? op pagina x voor meer informatie over het vervangen en weggooien van de batterij.
U vervangt de batterij als volgt:
1.Zet de computer en alle randapparatuur uit.
2.Verwijder de kap. Zie ???De kap verwijderen??? op pagina 10.
3.Kijk waar de batterij zich bevindt. Zie ???Onderdelen van de systeemplaat??? op pagina 11.
4.Verwijder, indien nodig, adapters die de toegang tot de batterij verhinderen. Zie ???Adapters installeren??? op pagina 14.
5.Verwijder de oude batterij.
6. Installeer de nieuwe batterij.
7.Als u adapters hebt verwijderd om toegang te krijgen tot de batterij, plaats die dan weer terug. Zie ???Adapters installeren??? op pagina 14 voor instructies voor het terugplaatsen van adapters.
8.Zet de kap terug en sluit het netsnoer weer aan. Zie ???De kap terugplaatsen en de kabels aansluiten??? op pagina 26.
Opmerking: Wanneer de computer voor de eerste keer wordt aangezet nadat de batterij is vervangen, kan er een foutbericht worden afge- beeld. Dit is normaal na het vervangen van de batterij.
9.Zet de computer en alle randapparatuur aan.
10.Gebruik het programma IBM Setup Utility (of IBM BIOS Setup) om de datum, de tijd en de wachtwoorden in te stellen. Zie Hoofdstuk 2, ???Het programma IBM BIOS Setup gebruiken???, op pagina 27.
24 Handboek voor de gebruiker
Een vergeten wachtwoord wissen (CMOS wissen)
Dit gedeelte heeft betrekking op vergeten of verloren wachtwoorden. Meer infor- matie over vergeten wachtwoorden vindt u in Access IBM op het bureaublad.
Een vergeten wachtwoord wissen:
1.Zet de computer en alle randapparatuur uit.
2.Verwijder de kap. Zie ???De kap verwijderen??? op pagina 10.
3.Zoek de jumper voor het wissen van CMOS/BIOS op de systeemplaat. Zie ???Onderdelen van de systeemplaat??? op pagina 11.
4.Als u om bij de jumper voor het wissen van CMOS/BIOS te kunnen adapters moet verwijderen, raadpleegt u ???Adapters installeren??? op pagina 14.
5.Verzet de jumper van de standaardpositie (pennetje 1 en 2) naar de positie voor onderhoud of configuratie (pennetje 2 en 3).
6.Plaats de kap terug en sluit het netsnoer aan. Zie ???De kap terugplaatsen en de kabels aansluiten??? op pagina 26.
7.Zet de computer weer aan en wacht ongeveer tien seconden. Zet de computer weer uit door de
8.Herhaal stappen 2 tot en met 4 op pagina 25..
9.Zet de jumper terug in de standaardpositie (pennetje 1 en 2).
10.Plaats de kap terug en sluit het netsnoer aan. Zie ???De kap terugplaatsen en de kabels aansluiten??? op pagina 26.
Hoofdstuk 1. Opties installeren 25
De kap terugplaatsen en de kabels aansluiten
Nadat u met de opties van de computer hebt gewerkt, installeert u eventueel ver- wijderde onderdelen weer, plaatst u de kap terug en sluit u alle losgekoppelde kabels weer aan, inclusief netsnoeren en telefoonlijnen. Daarnaast kan het, afhanke- lijk van de optie die is ge??nstalleerd, nodig zijn om te bevestigen dat de bijge- werkte informatie in het programma IBM BIOS Setup correct is.
Voer de volgende stappen uit:
1.Controleer of alle componenten weer op de juiste manier in de computer zijn teruggeplaatst en of alle losse schroeven en stukken gereedschap uit de compu- ter zijn verwijderd.
2.Laat de stationshouder zakken.
3.Zorg dat er geen kabels in de weg zitten die het terugplaatsen van de kap ver- hinderen.
4.Plaats de kap op het chassis en kantel hem neer over de computer totdat hij op zijn plaats vastklikt.
5.Sluit de externe kabels en snoeren weer op de computer aan. Zie ???Externe opties installeren??? op pagina 7.
6.Hoe u de configuratie bijwerkt, leest u in Hoofdstuk 2, ???Het programma IBM BIOS Setup gebruiken???, op pagina 27.
26 Handboek voor de gebruiker
Hoofdstuk 2. Het programma IBM BIOS Setup gebruiken
Het programma IBM BIOS Setup (of IBM Setup Utility) is opgeslagen in het EEPROM (Electrically Erasable Programmable
Het programma IBM BIOS Setup starten
Om het programma IBM Setup te starten, doet u het volgende:
1.Als de computer al aanstaat op het moment dat u deze procedure wilt begin- nen, sluit u het besturingssysteem af en zet u de computer uit.
2.Houd de toets F1 ingedrukt terwijl u de computer aanzet. Als u een aantal geluidssignalen hoort, laat u de
Opmerking: Als er een gebruikerswachtwoord of configuratiewachtwoord is ingesteld, wordt het menu van het programma IBM Setup pas afgebeeld nadat u het wachtwoord hebt getypt. Zie ???Wachtwoor- den???.
Het programma IBM BIOS Setup kan automatisch worden gestart als er bij de
POST (zelftest) wordt ontdekt dat er hardware is ge??nstalleerd of verwijderd.
Instellingen bekijken en wijzigen
Het menu van het programma IBM BIOS Setup bestaat uit een lijst met systeem-
Voor het programma IBM BIOS Setup moet u het toetsenbord gebruiken. Welke toetsen worden gebruikt om de verschillende taken uit te voeren, wordt onder aan elk scherm afgebeeld.
Wachtwoorden
Met het programma IBM Setup Utility kunt u wachtwoorden instellen om te voor- komen dat onbevoegden toegang krijgen tot uw computer en gegevens. De vol- gende soorten wachtwoorden zijn beschikbaar:
vGebruikerswachtwoord
vConfiguratiewachtwoord
vGebruikerswachtwoord voor
v
Om de computer te kunnen gebruiken is het niet noodzakelijk dat u een wacht- woord instelt. Als u echter besluit een wachtwoord in te stellen, lees dan de vol- gende paragrafen.
Overwegingen ten aanzien van wachtwoorden
Als u besluit een wachtwoord in te stellen, lees dan de volgende paragrafen aan- dachtig door en zorg dat u die begrijpt:
vAls u een onjuist wachtwoord invoert, verschijnt er een foutmelding. Als u drie maal achter elkaar een onjuist wachtwoord opgeeft, moet u de computer uitzet- ten en opnieuw opstarten.
vAls u hetzelfde wachtwoord opgeeft als gebruikerswachtwoord en als gebruikerswachtwoord voor een
vVerplaats een
vAls uw computer deel uitmaakt van een LAN (local area network), werkt de functie Wake on LAN niet tenzij u hetzelfde wachtwoord hebt ingesteld als gebruikerswachtwoord en als gebruikerswachtwoord voor
Systeemwachtwoord
Als er een gebruikerswachtwoord is ingesteld, wordt de gebruiker elke keer als hij de computer inschakelt, gevraagd dat wachtwoord op te geven. De computer kan pas worden gebruikt als het juiste wachtwoord via het toetsenbord is opgegeven.
Configuratiewachtwoord
Het configuratiewachtwoord voorkomt dat de instellingen in het programma IBM BIOS Setup door onbevoegden worden gewijzigd. Als u verantwoordelijk bent voor de instellingen van diverse computers, is het verstandig met een configuratie- wachtwoord te werken.
Als er een configuratiewachtwoord is ingesteld, verschijnt er iedere keer dat u het programma IBM BIOS Setup wilt starten een wachtwoordaanwijzing.
Als u zowel een systeem- als een configuratiewachtwoord hebt ingesteld, kunt u een van beide wachtwoorden opgeven. Als u echter van plan bent uw configuratie- instellingen te wijzigen, moet u het configuratiewachtwoord opgeven.
Gebruikerswachtwoord
Met het gebruikerswachtwoord voor
Attentie
Als er wel gebruikerswachtwoord voor
Het
28 Handboek voor de gebruiker
Attentie
Berg het
Als u zowel het
Een wachtwoord instellen, wijzigen of wissen
U kunt een wachtwoord als volgt instellen, wijzigen of wissen:
Opmerking: U kunt elke combinatie van maximaal zeven tekens
1.Start het programma IBM BIOS Setup (zie ???Het programma IBM BIOS Setup starten??? op pagina 27).
2.In het menu van het programma IBM BIOS Setup selecteert u Security.
3.Selecteer Set Passwords. Bekijk de informatie die aan de rechterkant van het scherm wordt afgebeeld.
Security Profile by Device gebruiken
Security Profile by Device wordt gebruikt om het de gebruiker mogelijk of onmo- gelijk te maken om met de volgende apparaten te werken:
Voor het instellen van Security Profile by Device, gaat u als volgt te werk:
1.Start het programma IBM BIOS Setup (zie ???Het programma IBM BIOS Setup starten??? op pagina 27).
2.In het menu van het programma IBM BIOS Setup selecteert u Security.
3.Selecteer Security Profile by Device.
4.Kies de gewenste apparaten en instellingen en druk op Enter.
5.Ga terug naar het menu van het programma IBM Setup en selecteer Exit en daarna Save Settings.
Een opstartapparaat kiezen
Als de computer niet opstart vanaf een apparaat, zoals een
Hoofdstuk 2. Het programma IBM BIOS Setup gebruiken 29
Een tijdelijk opstartapparaat kiezen
Gebruik deze procedure om op te starten vanaf een willekeurig apparaat.
Opmerking: Niet alle CD???s, vaste schijven en diskettes zijn opstartbaar.
1.Zet de computer uit.
2.Houd de toets F12 ingedrukt terwijl u de computer aanzet. Zodra het menu Opstartapparaten (Startup Devices) wordt afgebeeld, laat u de
3.Selecteer het gewenste opstartapparaat in het menu en druk op Enter om van start te gaan.
Opmerking: Door in dit menu een opstartapparaat te selecteren, wijzigt u de opstartvolgorde NIET permanent.
De opstartvolgorde wijzigen
Om de primaire opstartvolgorde of de opstartvolgorde bij automatisch opstarten te bekijken of te wijzigen, gaat u als volgt te werk:
1.Start het programma IBM BIOS Setup (zie ???Het programma IBM BIOS Setup starten??? op pagina 27).
2.Selecteer Startup.
3.Selecteer Startup Sequence. Bekijk de informatie die aan de rechterkant van het scherm wordt afgebeeld.
4.Selecteer de volgorde van apparaten voor de Primary Startup Sequence, de Automatic Startup Sequence en de Error Startup Sequence.
5.Selecteer Exit in het menu van het programma IBM Setup en daarna Save Set- tings.
Als u deze instellingen hebt gewijzigd en u wilt weer terug naar de standaard- instellingen, kiest u Load Default Settings in het menu Exit.
Het programma IBM BIOS Setup afsluiten
Als u klaar bent met het bekijken of wijzigen van de instellingen, drukt u op Esc m naar het menu van het programma IBM BIOS Setup te gaan. (Het is mogelijk dat u verschillende keren op Esc moet drukken.) Als u de gewijzigde instellingen wilt opslaan, selecteert u Save Settings voordat u het programma afsluit.Anders worden de wijzigingen niet bewaard.
30 Handboek voor de gebruiker
Bijlage A. Systeemprogramma???s bijwerken
In deze bijlage vindt u informatie over het bijwerken van systeemprogramma???s en het herstellen van de fouten die hierbij kunnen optreden.
Systeemprogramma???s
De basislaag van de software die in elke computer is ingebouwd, wordt gevormd door systeemprogramma???s. Tot de systeemprogramma???s behoren de zelftestroutines (POST), de
Op de systeemplaat van uw computer bevindt zich een module met de naam EEPROM (electrically erasable programmable
IBM brengt regelmatig wijzigingen of verbeteringen aan in de systeem- programma???s. Bijgewerkte versies kunnen worden opgehaald van internet (zie het Naslagboekje). Instructies voor het gebruik van
Het BIOS bijwerken met een diskette
1.Plaats een updatediskette (???flashdiskette???) voor de systeemprogramma???s in het diskettestation (station A) van de computer. Updates van systeemprogramma???s zijn beschikbaar op http://www.ibm.com/pc/support/ op internet.
2.Zet de computer aan. Als de computer al aan staat, moet u hem eerst uitscha- kelen en vervolgens opnieuw aanzetten. De update begint.
Het BIOS bijwerken (flashen) vanuit het besturingssysteem
Opmerking: Door doorlopende ontwikkeling van de
1.Typ in het adresveld van uw browser http://www.pc.ibm.com/support en druk op Enter.
2.Zoek de downloadbare bestanden voor uw type computer.
3.Selecteer uw product, kies het machinetype en klik op Go.
4.Klik bij ???Downloadable file by category??? op BIOS.
5.Klik onder ???Download files - BIOS by date??? op uw machinetype.
6.Blader omlaag naar een
7.Druk deze instructies af. Dit is belangrijk, omdat deze instructies niet worden afgebeeld nadat het downloaden is gestart.
8.Klik in uw browser op Vorige om terug te gaan naar de lijst van bestanden. Volg de afgedrukte instructies om het bewerkbestand te downloaden, uit te pakken en te installeren.
Herstel na een fout bij het bijwerken van POST/BIOS
Als de stroom uitvalt terwijl POST/BIOS wordt bijgewerkt
1.Zet de computer en aangesloten apparaten zoals printers, beeldschermen en externe stations uit.
2.Haal de stekkers uit het stopcontact en verwijder de kap. Zie ???De kap verwijderen??? op pagina 10.
3.Zoek de jumper voor het wissen van CMOS/BIOS op de systeemplaat. Zie ???Onderdelen van de systeemplaat??? op pagina 11.
4.Als u om bij de jumper voor het wissen van CMOS/BIOS te kunnen adapters moet verwijderen, raadpleegt u ???Adapters installeren???.
5.Verzet de jumper van de standaardpositie (pennetje 1 en 2) naar pennetje 2 en 3.
6.Plaats de kap van de computer terug. Zie ???De kap terugplaatsen en de kabels aansluiten??? op pagina 26.
7.Steek de stekkers van de computer en het beeldscherm in de stopcontacten.
8.Plaats de flashdiskette in station A en zet de computer en het beeldscherm aan.
9.Nadat het bijwerken is voltooid, gaat het beeldscherm uit en stoppen de geluidssignalen. Haal dan de diskette uit het diskettestation en zet de compu- ter en het beeldscherm uit.
10.Haal alle stekkers uit het stopcontact.
11.Verwijder de kap. Zie ???De kap verwijderen??? op pagina 10.
12.Verwijder, indien nodig, adapters die de toegang tot de jumper voor het CMOS/BIOS belemmeren.
13.Plaats de jumper in de oorspronkelijke positie.
14.Plaats adapters die u verwijderd hebt weer terug.
15.Breng de kap weer aan en sluit de kabels weer aan.
16.Zet de computer aan en start het besturingssysteem.
32 Handboek voor de gebruiker
Bijlage B. De muis schoonmaken
In deze bijlage vindt u aanwijzingen voor het schoonmaken van de muis. De pro- cedure is afhankelijk van het type muis dat u hebt.
Optische muis
Bij problemen met een optische muis controleert u het volgende:
1.Keer de muis om en inspecteer het lensgebied.
a.Als de lens vuil is, maakt u die voorzichtig schoon met een wattenstaafje.
b.Als de lens stoffig is, blaast u het stof voorzichtig weg.
2.Controleer het oppervlak waarop de muis wordt gebruikt. Als er op het opper- vlak een zeer complex patroon aanwezig is, kan de signaalverwerker (DSP - digital signal processor) de wijzigingen in muispositie moeilijk volgen.
Muis met bal
Als de pijl op het scherm onregelmatig beweegt, moet de muis worden gereinigd.
Opmerking: De onderstaande afbeelding verschilt wellicht van uw muis.
1 Ring
2 Bal
3 Plastic rollers 4 Balhouder
U reinigt de muis met bal als volgt:
1.Zet de computer uit.
2.Keer de muis om en inspecteer de onderkant. Draai de ring 1 naar de ont- grendelde stand om de bal te verwijderen.
3.Houd uw hand over de ring en bal 2 en keer de muis weer om; de bal valt in uw hand.
4.Was de bal in een warm sopje en droog hem weer af. Blaas zachtjes in de bal- houder 4 om stof en vuil los te maken.
5.Kijk of zich vuil heeft opgehoopt op de plastic rollers3in de balhouder. Gewoonlijk ziet u een streep van vuil midden op de rollers.
6.Als de rollers vuil zijn, kunt u deze reinigen met een wattenstaafje dat gedrenkt is in alcohol. Draai de rollers met uw vinger en maak ze rondom schoon. Zorg ervoor dat de rollers nog middenin de groeven liggen nadat u ze hebt gerei- nigd.
7.Verwijder eventuele achtergebleven vezels van het wattenstaafje.
8.Plaats de bal en de ring weer terug.
9.Zet de computer weer aan.
34 Handboek voor de gebruiker
Bijlage C. Handmatige modemopdrachten
In het volgende gedeelte vindt u opdrachten voor het handmatig programmeren van de modem.
Opdrachten worden door de modem geaccepteerd terwijl de modem in de opdrachtmodus staat. De modem staat automatisch is de opdrachtmodus totdat u een nummer kiest en een verbinding tot stand brengt. Opdrachten kunnen naar de modem worden gestuurd vanaf actieve communicatiesoftware op een PC of vanaf een ander werkstation.
Alle opdrachten die naar de modem worden gestuurd, moeten beginnen met AT en moeten worden afgesloten met ENTER. Alle opdrachten kunnen in hoofdletters of in kleine letters worden getypt, maar hoofdletters en kleine letters kunnen niet door elkaar worden gebruikt. Om de opdrachten beter leesbaar te maken, kunt u spaties invoegen tussen de opdrachten. Als u een parameter weglaat bij een opdracht waarvoor een parameter vereist is, wordt als waarde voor die parameter 0 gebruikt.
Voorbeeld:
ATH [ENTER]
Basic
In de volgende lijsten zijn alle standaardwaarden vet gedrukt.
36 Handboek voor de gebruiker
Extended
Bijlage C. Handmatige modemopdrachten 37
38 Handboek voor de gebruiker
Fax Class
Fax Class
Bijlage C. Handmatige modemopdrachten 39
Spraakopdrachten
40 Handboek voor de gebruiker
Opmerking voor gebruikers in Zwitserland:
Als Taxsignal op uw
Telekom PTT
PTT Art. 444.112.7
Bakom 93.0291.Z.N
Bijlage C. Handmatige modemopdrachten 41
42 Handboek voor de gebruiker
Bijlage D. Kennisgevingen
Verwijzing in deze publicatie naar producten (apparatuur en programmatuur) of diensten van IBM houdt niet in dat IBM deze ook zal uitbrengen in alle landen waar IBM werkzaam is. Uw
Mogelijk heeft IBM octrooien of
IBM Director of Licensing
IBM Corporation
North Castle Drive
Armonk, NY
U.S.A.
INTERNATIONAL BUSINESS MACHINES CORPORATION LEVERT DEZE
PUBLICATIE OP ???AS
NOCH STILZWIJGEND, MET INBEGRIP VAN, MAAR NIET BEPERKT TOT, DE
GARANTIES OF VOORWAARDEN VAN VOORGENOMEN GEBRUIK OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. Onder sommige jurisdicties is het uitsluiten van stilzwijgende garanties niet toegestaan, zodat bovenstaande uitslui- ting mogelijk niet op u van toepassing is.
In dit boek kunnen technische onjuistheden en/of typfouten voorkomen. De infor- matie in deze publicatie is onderhevig aan wijzigingen. Wijzigingen zullen in nieuwe uitgaven van deze publicatie worden opgenomen. IBM kan de producten en/of programma???s die in deze publicatie worden beschreven zonder aankondi- ging wijzigen.
De producten die in dit document worden beschreven, zijn niet bedoeld voor gebruik in
IBM behoudt zich het recht voor om door u verstrekte informatie te gebruiken of te distribueren op iedere manier die zij relevant acht, zonder dat dit enige verplich- ting voor IBM jegens u schept.
Verwijzingen in deze publicatie naar andere dan
Kennisgeving
De volgende kennisgeving is van toepassing op modellen waarin in de fabriek een functie voor
Dit product bevat technologie voor auteursrechtbescherming die wordt beschermd door bepaalde octrooien in de V.S. en andere intellectuele eigendomsrechten van Macrovision Corporation en anderen. Het gebruik van deze technologie voor de bescherming van auteursrechten moet worden goedgekeurd door Macrovision Corporation en is uitsluitend bedoeld voor gebruik thuis en in kleine kring, tenzij u over een schriftelijke machtiging van Macrovision Corporation beschikt. Reverse engineering en disassembly zijn verboden.
Handelsmerken
De volgende benamingen zijn handelsmerken van International Business Machines Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen:
IBM ThinkCentre Wake on LAN PS/2
Microsoft en Windows zijn handelsmerken van Microsoft Corporation in de Vere- nigde Staten en/of andere landen.
Intel, Celeron en Pentium zijn handelsmerken van Intel Corporation in de Vere- nigde Staten en/of andere landen.
Andere namen van bedrijven, producten en diensten kunnen handelsmerken zijn van derden.
44 Handboek voor de gebruiker
Trefwoordenregister
A
B
batterij vervangen 24 beveiliging
ge??ntegreerd kabelslot 23 oog voor hangslot 22 voorzieningen 3, 20
beveiligingsprofielen voor apparatuur 29
D
E
F
G
H
herstel na een fout bij het bijwerken van POST/BIOS 32 herstel van opstartblok 32
I
IBM BIOS Setup 27 input/output (I/O)
K
terugplaatsen 26 verwijderen 10
?? Copyright IBM Corp. 2004
M
modem
Basic
N
netvoeding
Ondersteuning voor ACPI (Advanced Configuration and Power Interface) 3
O
omgeving, in bedrijf 4 opdrachten
Basic AT 35 Extended AT 37 Fax Class 1 39 Fax Class 2 39
MNP/V.42/V.42bis/V.44 38 Spraak 40
opties beschikbaar 5 externe 5 interne 5
opties installeren adapters 14
beveiligingsvoorzieningen 20 DIMM???s 13
Geheugen 12 interne stations 17
P
S
schoonmaken, muis 33 seri??le poort 9 stations
CD 5 diskette 5 DVD 5 installeren 17 interne 2, 16 specificaties 17 vakken 2, 17 vaste schijf 5
verwisselbare media 5 stuurprogramma???s 9
45
systeemplaat aansluitingen 12 Geheugen 5, 12 locatie 12
onderdelen herkennen 11 systeemprogramma???s 31
T
terugplaatsen van kap 26 toetsenbordaansluiting 9
U
V
verwijderen, kap 10 videosubsysteem 2
W
wachtwoord
46 Handboek voor de gebruiker
?????????
Onderdeelnummer: 19R0465
Gedrukt in Nederland
(1P) P/N: 19R0465